woensdag 7 maart 2018

Naar een Atlantische politiestaat? (7) Spanningen tussen de VS en Europa


De Defence Planning Guidance van 1992, besteld door de Amerikaanse onderminister van defensie Paul Wolfowitz, was bedoeld om te voorkomen dat na de instorting van de Sovjet Unie ‘de vrede zou uitbreken’. Het document eiste onder meer dat de NAVO de enige veiligheidsstructuur in het Noord-Atlantisch gebied zou blijven en dat er geen onafhankelijke Europese initiatieven op dit gebied zouden worden genomen. Bovendien reorganiseerde Washington zijn afluister-structuur om voortaan ook West-Europa te kunnen aftappen (net als andere ‘bondgenoten’; op de foto, het NSA-hoofdkwartier).


In december 1991 werd de NSA-afdeling die het Sovjetblok had afgeluisterd, Groep A, opgedoekt. Alle personeel en de gigantische electronische inlichtingensystemen—afluisterposten, satellieten en schepen—werden in een andere groep ondergebracht. Daarmee werd het vergaren van inlichtingen uit heel Europa, zowel oost-Europa als de traditionele Amerikaanse bondgenoten in west-Europa, opgevoerd. Groep B, die het communistische Azië had bespioneerd, werd op dezelfde manier omgebouwd voor heel Azië. Ook het ECHELON-netwerk, dat zoals we eerder zagen, dateert van de jaren zeventig, werd nu ook voor commerciële spionage ingezet.


De jaren 90 waren een periode van Atlantische rivaliteit, zoals toen Washington verhinderde dat het herenigde Duitsland een leidende rol in het opdelen van Joegoslavië zou opeisen. Richard Holbrooke, die in het State Department deze portefeuille onder zich had, schreef in een artikel uit 1995 dat ‘het westen moet zo snel mogelijk naar centraal-Europa uitbreiden, zowel in daden als mentaal, en de Verenigde Staten zijn klaar om daarbij de leiding te nemen.’

Eén aspect van het Amerikaanse leiderschap was het idee van ‘web-gecentreerde oorlogvoering’. Daaronder viel onder meer het begrip ISR (inlichtingen, surveillance, en verkenning). Dat was weer een onderdeel van wat later bekend zou worden als de Revolutie in militaire aangelegenheden (RMA). Donald Rumsfeld en andere figuren uit het NeoCon-kamp (dat met de verkiezing van George W. Bush in november 2000 de macht in Washington zou overnemen) waren krachtige voorstanders van deze RMA.

Maar gedurende het tussenspel van de jaren 90 werd dit terrein van Amerikaans leiderschap ook gebruikt voor commerciële spionage. In 1990 verklaarde de voorzitter van de senaatscommissie voor de inlichtingendiensten, David Boren, in een persconferentie dat ‘naarmate de wapenwedloop tot stilstand komt, gaat het met de spionagewedloop harder’. Er was een toename van spionage-activiteit tegen private commerciële doelen in de VS’, die ‘niet door buitenlandse ondernemingen, maar door vreemde mogendheden werd uitgevoerd’. Dit werd bevestigd door de Franse inlichtingenchef Pierre Marion die een speciale afdeling had opgezet om ‘geheime technologieën en marketingplannen van privé-ondernemingen te achterhalen,’ zowel in de VS als elders.

Ook ECHELON werd op dit front ingezet. In 1994 gaven de NSA en de CIA afgeluisterde gesprekken die ze via hun Britse luisterposten hadden vergaard door, waardoor Airbus belangrijke contracten verspeelde. Uiteraard leidde dit en vergelijkbare gevallen tot onrust in het buitenland, vooral in Europa. Dit kon toch niet de bedoeling zijn geweest van de Five Eyes-structuur in de Koude Oorlog?

In 1998 werd in de voorlopige versie van een door het Europese Parlement besteld rapport, geschreven door Steve Wright van de Omega Foundation in Manchester, voor het eerst een volledig overzicht gegeven van de afluisterpraktijken van de NSA. Daarnaast bevatte het nog vele andere voorbeelden van buitenlandse operaties met een dubieuze status. Het rapport van Wright stelde vast dat ‘in Europa, alle email-, telefoon- en faxverkeer routinematig wordt afgeluisterd door de Amerikaanse National Security Agency. Daarbij wordt alle zo ingewonnen informatie van het Europese vasteland… via het belangrijke schakelstation in Menwith Hill op de heidevelden van Yorkshire in Engeland per satelliet doorgegeven naar Fort Meade in Maryland’ [hoofdkwartier van de NSA].

Het Wright-rapport beschrijft hoe ISDN-protocols het mogelijk maken om conversaties af te luisteren rond een telefoon die op de haak ligt, naast middelen om gebruikers van mobiele telefoons te traceren, enzovoort. De gedeeltes over martelpraktijken zijn zware kost, net als de informatie over martelapparatuur die door Amerikaanse en Britse bedrijven geleverd wordt. Het rapport adviseerde dat het Europese Parlement voorstellen om privé-internetverkeer toegankelijk te maken voor Amerikaanse inlichtingendiensten moest afwijzen en dat er een meer gedetailleerd rapport moest komen over de grondwettelijke kant van de mogelijkheden van de NSA om alle Europese telecommunicatie te onderscheppen.

Het was duidelijk dat de VS en Europa op een botsing aanstuurden in deze kwestie. Maar toen kwamen de aanslagen van 9/11. Niet alleen werd daarmee de weg vrijgemaakt voor een opgepoetste ‘Oorlog tegen de Terreur’ en de daarbij horende afluisterpraktijken. Europa kwam nu ook in een ondergeschikte positie in de NAVO terecht en nieuwe eisen inzake het afluisteren van de Europese bevolking lieten niet lang op zich wachten. In dat licht moet ook de Wiv worden bezien.

Kees van der Pijl

Voor een complete tekst met verwijzingen, zie Surveillance Capitalism and Crisis

Geen opmerkingen:

Een reactie posten