zaterdag 25 juni 2016

Vertrek van Groot Brittannië uit de Europese Unie—of de zoveelste waarschuwing?


Bij alle gelegenheden die aan bevolkingen van de EU zijn geboden om zich uit de spreken over de ‘Europese’ politiek, heeft een meerderheid nee gezegd, en telkens is die uitspraak genegeerd. De Europese Grondwet, afgestemd in Frankrijk en Nederland in 2005, werd enkele jaren later als Verdrag van Lissabon alsnog ingevoerd. Nòch aan het Griekse ‘nee’ tegen de afbraakpolitiek van de Eurozone in juli vorig jaar, nòch aan het in april bij ons afgewezen EU Associatieverdrag met Oekraïne, is gehoor gegeven. En nu hebben 52 procent van de Britse kiezers voor vertrek uit de EU gestemd. Zal er dit keer geluisterd worden? 


‘Europa’ is altijd een kapitalistisch project geweest, zij het onder een zich wijzigend gesternte. Tot de jaren 80 was het Europese kapitalisme er een van compromissen. Een compromis tussen kapitaal en georganiseerde arbeid, een compromis tussen Oost en West (de Koude Oorlog was hier immers gebaseerd op de afspraak in Jalta in 1945 om het continent in een Amerikaans en een Sovjet-blok op te delen) en uiteindelijk een compromis tussen Frankrijk en West-Duitsland. 


Het grondprincipe van de integratie werkte tussen 1950 (toen het plan voor een Kolen- en Staalgemeenschap werd gelanceerd) en 1991, toen de huidige EU werd gevormd. Het hield in dat telkens wanneer vanuit de Verenigde Staten druk werd uitgeoefend om West-Duitsland politiek, militair en economisch meer ruimte te geven, Frankrijk zich daar tussen wist te wringen en aan het betreffende dossier een ‘Europese’ draai gaf. De Bondsrepubliek moest zich daarbij neerleggen omdat Frankrijk formeel nog steeds een van de bezettingsmachten van het verslagen buurland was. Pas in 1973 trad ook Groot Brittannië toe tot de Duits-Franse as omdat de traditionele band met Noord-Amerika op een dieptepunt was aangeland. De VS zat aan de grond door Vietnam, de dollarcrisis en Watergate, terwijl de Zes op het continent sterker leken te worden.

Het compromis onder de Westeuropese integratie viel weg toen Duitsland in 1991 de in elkaar gezakte DDR annexeerde en van de vier bezettingsmachten zijn volledige soevereiniteit terugkreeg. Frankrijk wist nog één resultaat uit het vuur te slepen en dat was de euro, die de onvermijdelijke opmars van de Duitse mark op de valreep omzette in een ‘Europese’ munt-annex-rentevoet.

Al vóór het EG-compromis waren echter ook de andere twee compromissen in het ongerede geraakt. Onder Margaret Thatcher was in Groot Brittannië in 1979 de aanval ingezet op de vakbonden. Het kapitaal was immers weer sterk genoeg om de concessies die na de Depressie en twee wereldoorlogen aan de arbeid waren gedaan, in te trekken en ging op zoek naar goedkope, ongeorganiseerde arbeid.

Een jaar later lanceerde Ronald Reagan een nieuwe Koude Oorlog tegen het Sovjetblok en de Derde Wereld, al beweren sommigen dat die aanval óók begon in 1979, nl. met het NAVO-dubbelbesluit om nieuwe raketten, gericht op Sovjet-commandocentra, in Europa te stationeren. Ook de radicale renteverhoging van dat jaar die aan de dollarinflatie een eind maakte en de wereld in de schuldencrisis stortte, moet hier worden genoemd.

Het kapitalisme ging nu een nieuwe fase in, van het ‘corporatief liberalisme’ met zijn compromissen, naar het neoliberalisme waarin de markt geacht wordt het antwoord op alle maatschappelijke problemen te zijn. Hoewel Thatcher’s politiek hiervoor model stond, vreesde de ‘Iron Lady’ het herenigde Duitsland. Onder haar opvolgers verwijderde Groot Brittannië zich steeds verder van de EU en aan de euro deed het niet meer mee. In dat opzicht gaat de Brexit terug naar de jaren 90.

‘Brussel’ werd een centrum van ideologische bevlogenheid, vanwaar het evangelie van de volledige vrije markt verkondigd werd en met concrete verordeningen doorgevoerd. Ook elders voltrok zich een massale privatisering van economieën: het Sovjet-blok, van China, India en nog een aantal landen,. Eén gevolg was dat de loonafhankelijke wereldbevolking is verdubbeld naar zo’n 3 miljard. De wereld werd nu het speelterrein van het transnationale kapitaal. De instorting van de USSR beroofde het liberale Westen echter ook van zijn historische alternatief, en daarmee verloor het neoliberale kapitalisme zijn focus èn innerlijke samenhang. Zo kon het speculatieve flitskapitaal de overhand krijgen over lange-termijn-investeringen.

Terwijl de ene financiële luchtbel na de andere wordt opgeblazen en weer leegloopt, is ook de bevolking van de EU-landen in een ‘risico-maatschappij’ beland, waaruit alle bestaanszekerheid is verdwenen. Doordat er geen enkele grens meer wordt erkend en geen compromis wordt geaccepteerd, is ook de Europese eenwording meegetrokken in de maalstroom van speculatieve kapitaalbewegingen en regelrechte rooftochten zoals in Irak en Libië. Landen die daarin niet of onvoldoende meegaan, zoals Rusland en China, worden met oorlog bedreigd. In de uiterst instabiele en extreem ongelijke verhoudingen die daaruit zijn ontstaan, komen grote migratiestromen op gang. Voor het kapitaal bieden die alleen maar nieuwe bronnen van goedkope arbeid, maar voor de grote massa van de bevolking kondigen de nieuwkomers het definitieve einde van de nog resterende sociale bescherming aan. In Groot Brittannië was dit de laatste druppel.

Tegen het Europa dat dit alles niet slechts toelaat, maar actief bevordert, groeit het verzet. De tragedie is dat dit verzet op de eerste plaats wordt gemobiliseerd door nationalistisch uiterst rechts, en hoe langer de hoofdstroom binnen links de gevangene blijft van de neoliberale theorie en praktijk, des te verder zal deze tragedie ons meesleuren.

Kees van der Pijl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten