maandag 22 juli 2013

Nederland opnieuw aan de verkeerde kant

Vandaag, 22 juli, hebben de EU-ministers van buitenlandse zaken besloten de militaire vleugel van de Libanese Hezbollah op de Europese lijst van terroristische organisaties te plaatsen. Dit gebeurde onder druk van Engeland en Nederland—andere EU-landen waren niet zo happig, omdat dit kan leiden tot destabilisatie van Libanon. Hezbollah maakt immers deel uit van de regering daar. 
 
Na diverse eerdere stappen is dit opnieuw een stap in de verkeerde richting—de richting van een Amerikaanse en/of NAVO-interventie in the Syrische burgeroorlog, steun aan de opstand, tegen onderhandelingen. 
 
Minister Frans Timmermans was echter maar wat trots. ‘We hebben vandaag deze belangrijke stap genomen en de militaire vleugel van Hezbollah aangepakt door hun tegoeden te bevriezen en daarmee hun vermogen om te handelen te beperken’, verklaarde hij volgens Russia Today
 
De officiële aanleiding voor het op de zwarte lijst plaatsen is de bomaanslag, juli vorig jaar, op een bus met Israëlische toeristen in Bulgarije.
 

Daarbij kwamen vijf Israëli’s en de Bulgaarse chauffeur om het leven.

zaterdag 13 juli 2013

Amerika en Rusland op één lijn in het Midden-Oosten?

Donderdag 11 juli werd Kamal Hamami, een van de commandanten van het Vrije Syrische Leger, bij Latakia samen met zijn broer in Noordwest Syrië gedood. Niet door het regeringsleger maar door strijders van het al-Noesra front. Het incident onderstreept nog eens de verdeeldheid van de opstand in Syrië nu de regeringstroepen daar militair de overhand hebben gekregen. 

Juist nu zijn er aanwijzingen dat de Verenigde Staten en Rusland het eens zijn geworden over het stoppen van de jihadisten en de opmars van het Moslim-fundamentalisme in het Midden-Oosten. Voor de VS zou dit een grote ommezwaai betekenen. Het lijkt erop dat de Moslim Broederschap en haar belangrijkste steunpilaren, Turkije en Qatar, daarbij de grote verliezers zijn. Zoals in
een eerdere blog al werd aangegeven, was er een groeiende frictie tussen deze landen en Saoedi-Arabië over steun aan de opstandelingen in Syrië. De coup in Egypte heeft de Moslim Broederschap en een deel van de Syrische opstand een zware slag toegebracht. Daar is door de VS een streep getrokken die mogelijk grote gevolgen in het Midden-Oosten gaat krijgen—in Egypte natuurlijk, maar ook in Syrië. 

 

dinsdag 9 juli 2013

De coup in Egypte en de strijd in Syrië

Waarom heeft de Egyptische legerleiding op de avond van 3 juli jl. een eind gemaakt aan het presidentschap van Mohammed Morsi? Morsi’s Moslim Broederschap had met een krappe meerderheid de presidentsverkiezingen gewonnen, maar heeft aan de diepe economische crisis die als de belangrijkste oorzaak van de ‘Arabische lente’ mag worden beschouwd, geen eind kunnen maken, integendeel. 

 
Dus was de opstand weer opgelaaid, en net als de vorige keer tegen Mubarak, heeft het leger ingegrepen voordat deze opstand in een sociale revolutie of burgeroorlog kon ontaarden. In de massabeweging tegen Mubarak hield het Pentagon, dat al decennia lang het Egyptische leger subsidieert met zo’n 1.3 miljard dollar per jaar, de vinger aan de pols zonder de zaak echt in de hand te hebben. Deze keer hebben de pro-Amerikaanse militairen ongetwijfeld hun partners in Washington geraadpleegd alvorens in te grijpen. Vandaar dat Obama niet spreekt van een ‘coup’, omdat dat tot opschorting van de Amerikaanse steun zou moeten leiden.

woensdag 3 juli 2013

Verschuivingen binnen de Syrische oppositie

Het westerse beleid ten aanzien van de oorlog in Syrië is vastgelopen. Iedereen is het er over eens dat er zo spoedig mogelijk een eind moet komen aan dit onmenselijke drama. Maar de weg naar onderhandelingen met de regering-Assad over een wapenstilstand en een overgangsregering is mede door onverstandig westers  beleid geblokkeerd.
 


Al twee jaar lang zijn de Amerikanen en hun voornaamste bondgenoten in de regio -Saudi Arabië, Qatar en Turkije- betrokken bij de vorming van een organisatie die het Syrisch verzet moet vertegenwoordigen. Deze "Syrian National Coalition for Revolutionary and Opposition Forces" wordt door het westen en haar Arabische bondgenoten gefinancierd, bewapend en erkend als "de vertegenwoordiger van het Syrische volk". Maar  deze Coalitie weigert met de regering-Assad te onderhandelen over beëindiging van de strijd. Bovendien heeft de Coalitie geen enkele zeggenschap over de rebellen die in Syrië oorlog voeren. Daardoor zal ze niet kunnen garanderen dat afspraken over een wapenstilstand en over een vredesregeling ook zullen worden nageleefd